Voor de vakantie kon je mijn blog over knutselen en spelen bij het thema eten en drinken lezen. Maar dit veelzijdige thema biedt ook tal van aanknopingspunten om te werken aan de taal- en woordenschatontwikkeling. Ik ben hier bij dit thema heel actief mee aan de slag gegaan en vandaag laat ik je graag mijn tips zien voor woordenschatonderwijs binnen het thema eten en drinken.
Thema opening eten en drinken
Een aantal jaar geleden schreef ik al eens een artikel over het woordveld als themaopening. Het maken van een woordveld is een fijne manier om de beginsituatie in kaart te brengen en de passieve woordenschat van de kinderen bij het thema te vergroten.
Ook bij dit thema besloot ik te starten met een woordveld. In de kring vertelde ik dat ons nieuwe thema het thema eten en drinken zou worden en vroeg wat de kinderen daar al van wisten. Er kwamen direct hele mooie woorden boven en samen hadden we al snel een blad vol lekkere gerechten en drankjes. Maar ook begrippen als gezond en ongezond en smaken als zoet en zout en het woord pittig kwamen langs. Het was duidelijk dat het een betekenisvol thema is en dat de kinderen al veel weten over eten en drinken.
Zoals je kunt zien gebruiken wij ook altijd lidwoorden en krijgen deze een kleurtje.
Omdat niet alle kinderen aanwezig waren (een aantal was naar Taalimpuls waar ze ook worden ondergedompeld in taal) liet ik deze leerlingen de volgende dag met mijn stagiaire plaatjes bij de woorden plakken. Op deze manier heeft iedereen de woorden aangeboden gekregen en krijgen ze meer betekenis.
Het woordveld ter ondersteuning bij spel
Ook bij het spelen in hoeken kan het goed zijn om een woordveld te maken. Dit kun je doen ter introductie, maar ook als je merkt dat het spel niet goed loopt. In ons geval was de hoek al in gebruik en besloot ik dat wat extra uitleg van de materialen een goed idee was. Je vergroot hier dan de woordenschat rondom een specifiek onderdeel van je thema. Zeker als een thema heel breed is, is het raadzaam om te focussen op enkele aspecten en deze verder uit te diepen.
Ik vulde de Schatkist met materialen uit ons restaurant en zette hem in de kring. Een dichte kist trekt altijd de aandacht en zorgt vanzelf voor een hoge betrokkenheid. Om beurten mochten de kinderen een voorwerp uit de kist halen en benoemen hoe het voorwerp heet. Vervolgens hebben we besproken wat je ermee kunt doen.
Intussen noteerde ik de begrippen op een groot vel waardoor ook weer een woordveld ontstond. Niet alleen met zelfstandig naamwoorden, maar ook met werkwoorden. Ook deze laatste woordgroep is belangrijk om te benoemen en bespreken met kinderen. En ook hier gingen de leerlingen die niet bij de activiteit aanwezig waren vervolgens weer aan de slag met het plakken van afbeeldingen.
Het woordveld kreeg tot slot een plaatsje in het restaurant als geheugensteuntje bij het spel.
Woordenschat beleving
Naar aanleiding van de themaopening merkte ik dat sommige groenten en gewassen nog niet zo bekend waren bij de kinderen. Ik besloot deze dan ook van huis mee te nemen zodat we ze niet alleen konden benoemen, maar ook zien, voelen en ruiken. Door deze ervaringen leggen kinderen verbanden en zullen zij de begrippen beter opnieuw kunnen oproepen en uiteindelijk ook zelf kunnen produceren. Die stinkende knoflook wordt niet snel vergeten. 😉
Aan de slag
Ik hoop dat ik je wat nieuwe ideeën heb kunnen geven om te werken aan de woordenschat en taalontwikkeling van de kinderen in de klas. Het is allemaal vrij eenvoudig, maar onmisbaar en heel waardevol.