Pauline Oud: al ruim twee decennia heel succesvol als illustrator en sinds geruime tijd ook als auteur van de meest prachtige prentenboeken voor peuters en kleuters. Ik heb veel van haar werk in de kast staan en was reuze nieuwsgierig naar de persoon achter al dit moois dus besloot ik dat het tijd was voor een gesprek. Vol enthousiasme ontving Pauline me bij haar thuis en bood me een uniek kijkje in de achter de schermen.
Pauline, in de biografie op jouw website worden kinderboeken jouw ‘eerste liefde’ genoemd. Wist je al vroeg dat je kinderboeken wilde gaan maken/illustreren?
‘Ja. Als heel klein kind wilde ik boeken maken, maar dat is wel ook heel erg weggezakt later.’
Met een creatieve moeder die kleuterleidster was groeide Pauline op tussen de boeken en bracht ze veel van haar vrije tijd door met het helpen van haar moeder op school.
‘Mijn moeder had heel veel prentenboeken. Dat vond ze helemaal geweldig. Die kwamen dan mee naar huis en dan werden ze geplastificeerd bijvoorbeeld. Die lagen gewoon veel bij ons en toen ik eindexamen deed heb ik mijn scriptie voor Nederlands gemaakt over rolpatronen van vaders en moeders in kinderboeken. Dit deed ik samen met mijn moeder – het werd een heel hoog punt!’
Helaas overleed Paulines moeder op jonge leeftijd waardoor haar interesse in kinderboeken helemaal wegzakte. Pauline ging naar de academie en werkte een aantal jaar als kunstenares en docent tekenen en schilderen. Ze kreeg een zoon en toen hij een peuter was, en Pauline in verwachting van haar dochter, begon het tijdens het voorlezen weer te kriebelen.
‘Ik dacht ‘dit is wel heel erg leuk, zo’n boekje maken. Dat was dus eigenlijk een trigger terug. Kinderboeken zijn dus wel ooit een eerste liefde geweest, heel erg weggezakt en later dus weer gevonden. Wat ook heel leuk was: Ik kreeg op een gegeven moment een mailtje van vroegere buren van mij. Daar had ik als jong meisje opgepast op hun peuter en zij zeiden ‘wij hebben een boekje van jou, een poëziealbum, en daar had ik voor dat jongetje een prentenboekje in getekend. Daar wist ik helemaal niks van hoor! Maar zij hadden dat altijd bewaard en dat is echt een prentenboekje voor een peuter van twee. Eigenlijk wat ik nu ook doe en toen was ik 8.’
Het tekenen en bedenken van verhalen zat er dus al vroeg in bij Pauline. En toen ze dan eindelijk als volwassene haar eerste boek maakte en uitbracht bij een echte uitgever voelde dit als thuiskomen.
‘Ik dacht echt: dit is mijn vak! Dit wil ik doen. Maar dan sta je nog helemaal in de kinderschoenen hoor want kinderboeken maken is een vak, dat moet je echt leren. En het boekenvak leer je uiteindelijk in de praktijk.’
Inmiddels ben je ruim 23 jaar werkzaam als illustrator en heb je honderden boeken voorzien van jouw kleurrijke tekeningen. Kun je vertellen hoe je uiteindelijk de stap naar het schrijven hebt gezet?
‘Na ruim 10 jaar voor anderen illustreren kriebelde het weleens. Niet dat ik dacht ik kan schrijven of ik wil schrijven, maar wat er wel vaak gebeurde is dat ik tijdens het lezen van een manuscript dacht ‘Wat jammer dat het zo loopt. Want eigenlijk was dit een leukere twist aan het verhaal geweest’. Omdat je toch veel ervaring krijgt denk je soms ‘ik had het anders gedaan.’
In veel gevallen had Pauline goed contact met de auteurs voor wie ze illustreerde en kon ze ook suggesties voor de verhaallijn aandragen.
Intussen ging ze steeds meer voor Clavis werken en kwam vanuit deze uitgeverij de vraag of ze niet zelf wat wilde schrijven. Uiteindelijk kwam het door een klein project van Image books, de uitgever van de invulboeken van Pauline, dat ze toch die eerste stap zette en zelf ging schrijven.
‘Toen merkte is hoe leuk het is. Omdat je dus inderdaad halverwege het proces het verhaal om kunt gooien. Met een tekening maak je een wereldje en soms verandert de wereld zichzelf. Dan ben je aan het tekenen en denk je ‘Wacht, dit wordt nog leuker!’ en ik kon het aanpassen tijdens het werken. Ik heb eerst een boekje gemaakt met Elly van der Linde (‘mag ik bij jou?’) waarbij zij op de achtergrond de meekeek. En toen had ik de smaak te pakken en heb ik Fien en Milo bedacht. ‘Aankleden met Fien en Milo’ is mijn eerste zelfgeschreven prentenboek’.
Het stond meteen in de prentenboeken top 10 van CPNB, wat voor Pauline natuurlijk een geweldige aanmoediging was. Vanaf dit moment is ze zich voornamelijk gaan richten op haar eigen werk.
Waar ik benieuwd naar ben: begin je met de tekeningen en komt de tekst hier later bij, of gaat het juist andersom?
‘Het is eigenlijk wel een combinatie. Ik maak een storyboard…’ -Pauline laat met het storyboard zien van ‘Saar in de winter’- ‘De tekst is ook schets. Wat ik eronder zet is alleen maar wat even belangrijk is. Het hangt er een beetje vanaf. Dit is het vierde deel van de seizoensboeken dus ik weet precies wat erin moet. Er zijn een heleboel elementen die terug moeten komen. Je hebt eigenlijk een stappenplan waar je je aan wil houden. Dus dit kan ik ook gewoon op papier doen hoor, dat ik even kort wat opschrijf. Ik begin ook altijd met brainstormen. Zo van ‘het boek gaat over de winter, wat moet erin?’ en dan noteer ik wat steekwoorden.’
Pauline maakt ook vaak schetsjes op kleine notitieblaadjes en gaat hier vervolgens mee schuiven. Zo kan het verhaal nog alle kanten op.
Je schrijft voor jonge kinderen, veelal peuters, en hun ouders. Is dit vanzelf ontstaan of wist je al snel dat je voor deze doelgroep wilde werken?
‘Ja, het is een beetje ontstaan. Het is echt gewoon toeval. Want toen ik dus hoogzwanger mijn zoon aan het voorlezen was, las ik voor uit een boekje van uitgeverij Kimio. Dat was een kleine uitgeverij die gespecialiseerd was in peuterboeken (2+).’
Destijds was er nauwelijks aanbod op dat gebied. Er waren voornamelijk boeken voor 3+. Pauline las voor uit het ‘Biba babyboek’ en dacht ‘dit wil ik ook maken!’.
‘Ik heb toen wat getekend en opgestuurd naar een heleboel uitgevers. En de dame van Kimio was de enige die meteen reageerde. ‘Wij gaan samen een boek maken’. Dus uiteindelijk is mijn allereerste boek gemaakt bij Kimio, samen met Betty Sluyzer. Het heette ‘Tijn op de fiets’. En omdat het een peuterboeken uitgever was, heb ik toen, in die eerste jaren, peuterboeken gemaakt voor hele kleintjes. En dan is dat het werk wat je hebt en aan andere uitgevers kunt laten zien en dan blijf je daarin. Dus het is echt toeval. Had er een andere uitgever gereageerd dan was ik misschien gespecialiseerd in een ander genre. Ik ben natuurlijk wel van de doelgroep gaan houden. Ik vind het heel mooi, omdat die kinderen nog geen woorden hebben, om ze te laten kennis maken met een bepaald thema. Je geeft ze woorden door ze in je boeken kennis te laten maken met alles wat zowel de buitenwereld als de binnenwereld te bieden hebben.’
Je eigen kinderen zijn inmiddels al een stuk ouder. Hoe houd je dan toch contact met je doelgroep? Hoe zorg je ervoor dat je weet wat er in de leefwereld van jonge kinderen speelt?
‘Dat is omdat het je vak is. En niet onbelangrijk deel is dat mijn kinderen toen ze klein waren naar een ouderparticipatie crèche gingen. Omdat ik twee kinderen had in die leeftijd had ik twee dagdelen dus ik heb jarenlang twee dagen in de week op de groep gestaan. Lachend: En daar leer je veel van! De grootste les was toch wel dat jouw kind leuk is, maar dat die van een ander net zo leuk is. Jouw kind is geen uitzondering.’
Vanwege het werk van haar moeder ging het bij Pauline thuis vaak over kinderen. Zij maakte zelf veel educatieve materialen en vroeg hierbij Paulines hulp. Hierdoor is Pauline zich heel bewust geworden van wat jonge kinderen leren in hun spel.
‘Ik ben echt een educatieve boekenmaker en ik vind het heel belangrijk dat kinderen, zonder zich ervan bewust te zijn, iets leren. Dat ze niet zomaar zitten te dromen, maar dat het begrijpend luisteren al een element is.’
Mijn jongste zoon is helemaal weg van Fien en Milo en de voorleesboekjes uit het muziekdoosje ‘Welterusten maan’. Wat denk dat je dat het is dat jonge kinderen zo aanspreekt in jouw werk?
‘Ja, dat weet ik natuurlijk niet.’
‘Ik denk dat het komt door de uitstraling van de boeken. En doordat Fien en Milo dieren zijn. Jonge kinderen kunnen zich hier perfect mee identificeren.’
‘Fien en Milo hebben natuurlijk een heel heldere functie. Fien is de alwetende, alles vergevende grote zus en Milo vertegenwoordigd natuurlijk alle kleine broertjes en zusjes. En dat is voor heel veel kinderen heel herkenbaar. Het is heerlijk om te zien dat Milo iets doet wat niet mag.’
Herkenbaarheid is een belangrijk element in het werk van Pauline. Ook haar andere karakters Kas en Saar hebben een duidelijke persoonlijkheid waarin kinderen zichzelf kunnen herkennen.
Naast tal van voorlees- en prentenboeken maak je natuurlijk ook de geweldige invulboeken waar ik persoonlijk groot fan van ben. Hoe is het idee hiervoor ontstaan?
‘Ik maakte een serie geboortekaartjes en had een gesprek met de uitgever. We zaten te denken over ‘wat kan je méér doen?’ En daar ter plekke bedacht ik dat het leuk zou zijn als je een soort vriendboekje voor de visite zou hebben. Daar ben ik verder over na gaan denken. Ik werkte al voor Image books en zij zaten in het cadeausegment dus ben ik met het idee naar hen gegaan. Dus zo is het gekomen.’
Een onbewuste inspiratiebron is waarschijnlijk een boek geweest dat Pauline vond na het overlijden van haar moeder. Hierin zaten brieven, telegrammen en gelukswens-kaarten voor het huwelijk van haar ouders. Het maakte Pauline bewust van de waarde van zo’n document dat ook jaren later nog ontzettend mooi is om te lezen.
Er was op dat gebied nog niets te krijgen en het werd al snel duidelijk dat er een grote behoefte aan dergelijke boeken was.
Ik lees me zeker wel in. Maar zo’n negen maanden dagboek is gewoon heel helder. Dat is gewoon heel goed weten hoe een zwangerschap verloopt en hoe de controles zijn. En dat hou ik natuurlijk ook goed bij. Bij elke herdruk wordt er bekeken welke vernieuwingen er zijn, zoals bijvoorbeeld de Nipt-test. Dus dat is gewoon research. Maar het allerbelangrijkste is dat ik het moederschap heb ervaren zonder mijn eigen moeder. Ik weet heel goed wat je wilt weten later.’
Recent ben je de ‘O’Baby’-lijn gestart. Voor deze lijn heb je wat minder gebruik gemaakt van kleur en meer gekozen voor zwart-wit. Waarom deze keuze?
‘Omdat je ziet dat het, zeker in kinderkamers, toch wel een trend is. Je ziet het in de babymode. Het is allemaal heel erg klein van kleur zeg maar. En ik vond het een leuke uitdaging om dat aan te pakken. Ik ben natuurlijk eigenlijk van heel veel kleur en heel veel kleine gezellige dingetjes en ik vond het erg leuk om nu eens een hele andere kant aan te boren. Je weet dat er een grote groep ouders is die wat minder van tierelantijntjes houdt dus ik vond het erg mooi om een hele andere kant op te gaan.’
Wat ik als juf erg leuk vind zijn de extra materialen die via jouw website beschikbaar zijn. Hoe is het voor jou als je reacties krijgt vanuit de praktijk en ziet dat mensen met jouw materialen werken?
‘Dat is geweldig! Dat vind ik zo leuk! Ik krijg ook veel foto’s van mensen. Bijvoorbeeld via social media, foto’s van kindjes trots met hun kleurplaat of met hun boek. Maar vooral die knutselwerkjes zijn heel erg leuk om te zien. Dat is echt helemaal geweldig! En wat natuurlijk helemaal mooi is; hoeveel kinderen er al niet zindelijk zijn geworden door het lezen van ‘Kas op het potje’ en ‘Saar op de wc’. Dat is echt waanzinnig!’
Eerder deze maand verscheen bij uitgeverij Clavis ‘Kas en Saar naar de moestuin’ en eerder dit jaar was er ook al ‘Slaap lekker Fien en Milo‘. Het lijkt alsof er geen einde komt aan jouw inspiratie. Waar haal je steeds weer ideeën voor nieuwe boeken vandaan?
‘Dat is moeilijk uit te leggen hoor. Ik kan me een leven zonder die ideeën natuurlijk niet voorstellen. Ik kan me niet voorstellen dat je nooit dat soort dingen bedenkt. Als kind was ik al altijd aan het knutselen. Maar het is natuurlijk wel mijn vak. Ik ga niet zitten wachten op inspiratie, dat dwing je gewoon af. De inspiratie moet komen omdat er gewerkt moet worden. Maar het is ook zo dat het ene boek het andere boek uitlokt. Het is een soort treintje dat rijdt. Met de series is dat helemaal zo. De personages worden echte mensjes met een eigen karakter. En dan komt er een thema op en weet je ‘dat past bij dat karakter’. Dat maakt het vrij makkelijk om op door te borduren.’
Misschien een hele lastige keuze, maar op welk van je projecten ben je het meest trots? En heb je een favoriet personage uit je eigen werk?
‘Dat is eigenlijk altijd je laatste boek. En ook projecten die mislukken of niet uitgebracht worden, brengen me toch verder. Ze zijn allemaal altijd van waarde.’
Zo leerde Pauline bij Sesamstraat beeld maken zonder tekst. Hier hoefde ze geen rekening te houden met tekst die in haar afbeeldingen geplaatst werd en de beelden moesten groot en weinig gedetailleerd zijn. Dit bracht haar de manier van werken voor Kas en Saar.
Trots is Pauline toch wel op de invulserie. ‘Ik vind het heel erg mooi dat ik voor zoveel mensen, voor zoveel jaren, een bijdrage heb kunnen leveren.’
Haar personages zijn haar allemaal even lief.
Tot slot: Denk je dat je ooit afscheid zult nemen van je werk of is het iets wat je niet zou kunnen missen?
‘Nee, dat denk ik niet. Ja, als ik blind word ofzo. Maar dan nog kun je verhalen verzinnen. Daar denk ik weleens over na. Maar nee, dit is een vak waarvan je niet met pensioen gaat.’
Pauline is een echte maker en nu ‘Kas en Saar in de moestuin’ is verschenen denk Pauline alweer naar over een volgend avontuur van de twee vriendjes. En zo blijft de trein rijden en kunnen we hopelijk nog vele jaren van Paulines kleurrijke werk genieten.
Meer informatie over Pauline en haar werk is te vinden op haar website. Hier vind je ook de educatieve materialen die Pauline en ik samen ontwikkelen onder de naam Pauline’s Peuter Plan.
Lees ook: Pauline’s Peuter Plan – educatieve materialen voor peuters en kleuters.
Dit interview verscheen in 2018. Het is op punten wat aangepast, maar het oeuvre van Pauline groeit zo snel dat het mogelijk is dat het op sommige punten niet helemaal up-to-date is.